Dag 1 (10;00-15;20)

Verslag van dag 1, internationale stage DUO.

Rond 09;00 begaf ik mij op de fiets richting DUO Groningen. Hier eenmaal aangekomen melde ik mij bij de receptie. Mijn stagebegeleidster werd vervolgens geïnformeerd dat ik gearriveerd was. Toen zij naar beneden was gekomen om mij mee naar boven te nemen werd mij een pas verstrekt die mij toegang gaf tot de kantoorruimtes.

Ik heb de gehele dag (10;00-15;20) doorgebracht op de 22'ste verdieping; de afdeling internationale diensten. Allereerst heeft mijn stagebegeleidster mij geïntroduceerd aan al haar collega's. Vervolgens ben ik bij Greet en Fokje gaan zitten, later ook Paul. Zij hebben mij uitgelegd wat zij doen.

Fokje en Greet zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het beleid, als er een verandering in het beleid komt moeten zij ervoor zorgen dat dit verwerkt wordt en de werkinstructies worden aangepast zodat het desbetreffende beleid ook daadwerkelijk van kracht kan gaan. Zij, en Paul (die ik later op de dag heb gezien) hebben mij het een en het ander uitgelegd over de erkenning van de documenten behorende tot werkzoekenden.

Mocht iemand bijvoorbeeld in Nederland werk willen zoeken in het buitenland, dan dienen zijn of haar documenten (diploma's, cijferlijsten, etc.) te worden gelegaliseerd. Daarnaast dient er een statusverklaring aangevraagd te worden. Als de desbetreffende persoon leeraar in het buitenland wilt worden dient er ook een onderwijsbevoegdheid aangevraagd te worden. Hierin staat op welke scholen de desbetreffende persoon welke vakken mag geven. Dit is nodig om een onderwijsbevoegdheid aan te vragen in het buitenland.

Als iemand echter vanuit het buitenland in Nederland wil gaan werken in het onderwijs, de kinderopvang of een cultuurberoep. Dan dient zijn of haar opleiding eerst erkent te worden. In eerste instantie wordt er dan gekeken waar de desbetreffende persoon wil gaan werken, aan verschillende sectoren worden namelijk andere eisen gesteld. Zo moet er in het geval van het basisonderwijs ook aan een taaleis voldaan worden. Binnen dit proces van erkenning wordt onderscheid gemaakt tussen EU en EER landen, en landen die hier buiten vallen.

Neem bijvoorbeeld iemand uit een EU land die in zijn land van herkomst onderwijsbevoegdheid heeft en in het voortgezet onderwijs wil gaan werken in Nederland. Voordat hij onderwijsbevoegdheid kan krijgen moet er aan een aantal eisen voldaan worden:

- De buitenlandse opleiding moet een leeraren opleiding zijn
- Het niveau van de buitenlandse opleiding moet vergelijkbaar zijn met een Nederlandse opleiding van hoger onderwijs.
- Aan de buitenlandse diploma moet een onderwijsbevoegdheid voor hoger onderwijs verbonden zijn.
- De buitenlandse opleiding moet gericht zijn op het vak waar onderwijsbevoegdheid voor is gekregen.
- een bevoegdheid kan alleen verkregen worden voor een algemeen gebruikelijk vak (dus niet tandenpoetsen of vogeltjes kijken)

Als aan deze eisen is voldaan wordt nagegaan of de door deze persoon als behaald aangegeven diploma's ook daadwerkelijk behaald zijn. Dit wordt gedaan via IMI; een informatie systeem. Via dit systeem kunnen documenten worden geverifieerd of gecontroleerd via een bevoegde autoriteit binnen het land van oorsprong.

Hiernaast wordt er ook nog een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aangevraagd. Men gaat dan controleren of iemand wel geschikt is om bijvoorbeeld in de kinderopvang te werken. Er wordt dan onder andere naar iemands verleden gekeken; of er dingen zijn die deze persoon ongeschikt zouden maken voor het omgaan met kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep.

Nadat dit mij allemaal is uitgelegd heb ik kort met Willem om de tafel gezeten. Willem is de beleidsadviseur. Hij is als het ware de schakel tussen uitvoering en beleid.

Ik ben na mijn gesprek met Willem naar huis gegaan.